De wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg verplicht het gebruik van een vrachtbrief voor iedere zending, overeenkomstig de bepalingen van het CMR-Verdrag.
De vrachtbrief, genaamd “CMR”, is een belangrijk document dat de Wet oplegt voor ieder transport dat uitgevoerd wordt door een vervoersonderneming voor rekening van derden.
In België verplicht de wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg dat een vrachtbrief wordt opgesteld voor iedere zending, overeenkomstig de bepalingen van het CMR-Verdrag.
Het Verdrag van 19 mei 1956 betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg, beter gekend als het CMR-Verdrag, legt de voorwaarden vast waaraan vrachtbrieven dienen te voldoen.
Vrachtbrieven moeten in minstens 3 originele exemplaren worden opgemaakt.
- Het eerste exemplaar van de vrachtbrief is bestemd voor de afzender, het tweede exemplaar is bestemd voor de geadresseerde en het derde exemplaar is bestemd voor de vervoeronderneming.
- Het tweede en het derde exemplaar dienen in het voertuig aanwezig te zijn en de goederen te vergezellen. Zij dienen te worden voorgelegd op verzoek van de met de controle belaste ambtenaren.
Het ministerieel besluit van 23 mei 2014 betreffende het goederenvervoer over de weg legt het model van de vrachtbrief vast, met opeenvolgende nummers en licht de voorwaarden van het gebruik toe.
Op de achterzijde van de vrachtbrieven bevinden zich de algemene voorwaarden voor wegvervoer.
U kan alle informatie met betrekking tot CMR-vrachtbrieven hier terugvinden.
Voor het bestellen van CMR-vrachtbrieven, kan u terecht in onze webshop.
Voor meer informatie kan u terecht bij de dienst “CMR-vrachtbrieven en vervoersdocumenten” per mail (order@uptr.be) of telefonisch op het nummer 02/420.54.56.