Steven Meeus
"De chauffeur respecteren"
Als mekanieker zware bedrijfsvoertuigen in een DAF concessie besluit Steven Meeus in 2003 om zich te lanceren in het wegtransport. Hij richt zijn eigen bedrijf op onder de naam Eskatrans. Na enkele jaren van gedeeld werk in de concessie en zijn onderneming gaat hij zich volledig toeleggen op het wegtransport vanaf 2007.
Eskatrans kende een flinke groei, zoals Steven Meeus uitlegt: “Onze vloot telt vandaag 68 voertuigen en we doen een beroep op 16 onderaannemers. Zo zijn er dagelijks meer dan 80 voertuigen onderweg voor Eskatrans. Het transport van containers vanuit Antwerpen en Rotterdam vormt onze hoofdactiviteit. Daarnaast zijn we ook actief in huifwagen- en koelvervoer.”
De reden waarom Steven Meeus zich aansloot bij de UPTR is in de eerste plaats de toegankelijkheid: “De UPTR is de federatie die het dichtst bij de transporteur staat. De communicatie is zeer direct met de secretaris generaal en de voorzitter. Voor een KMO – en ik beschouw ons bedrijf nog altijd als een KMO – is een directe communicatie essentieel. Overigens vertegenwoordigt de UPTR alle transporteurs en doet dat zeer goed. Men voelt zich erbij betrokken.”
« We moeten chauffeurs ondersteunen en respecteren als de crisis voorbij zal zijn. »
« HET BEROEP BEGRIJPEN »
Om hun visie op het wegtransport beter te omkaderen vroegen we de leden van de Administratieve Raad van de UPTR de volgende zinnen aan te vullen. De antwoorden van Steven Meeus:
Voor mij is het wegtransport… “een onontbeerlijke branche voor de economie. We kunnen ons een wereld zonder wegtransport niet voorstellen, want dan zou alles lamgelegd worden.”
Voor mij is de toekomst van het wegtransport verbonden met… “het respect voor de chauffeur. Hij werd gelauwerd tijdens de coronacrisis omdat hij het mogelijk gemaakt geeft om de economie draaiende te houden. We moeten hem ook ondersteunen en respecteren als de crisis voorbij zal zijn. De toekomst van het transport is tevens verbonden met het begrijpen van het beroep. Er werden tal van regels opgesteld die niet altijd rekening houden met de eigenheid van onze sector, zonder onze activiteiten te begrijpen, en dat betreur ik.”