• fr
  • nl
  • Professionele diesel

    Terug naar informatiedossiers

    Geschiedkundigen zullen zich herinneren dat het Federale regeerakkoord ‘Verhofstadt II’, onderhandeld tussen de socialisten en liberalen in juli 2003, heeft geleid tot de totstandkoming van het systeem van de “Professionele diesel”.

    Didier Reynders mag dan wel de geestelijke vader van dit systeem zijn, de titel van biologische vader wordt door de Belgische transporteurs eerder toegeschreven aan UPTR.

    Voorgaand: het “cliquetsysteem”

    Bij Programmawet van 5 augustus 2003 werd het “cliquetsysteem” ingevoerd.

    Het cliquetsysteem voorziet dat, in geval van een daling van de brandstofprijzen, deze daling voor de helft geneutraliseerd wordt door een aanpassing van de accijnzen.

    Gelukkig genoeg heeft het Koninklijk Besluit van 29 februari 2004 bepaald dat de professionele diesel, gebruikt voor het goederenvervoer, aan de toepassing van het cliquetsysteem ontsnapt.

    Evenwel beperkt dit Koninklijk Besluit de toepassing van deze maatregel tot de diesel die gebruikt wordt door voertuigen waarvan de MTM gelijk of hoger is dan 7,5 ton.

    Tussen 1 januari 2004 en 19 juli 2018 heeft de toepassing van het cliquetsysteem geleid tot een stijging van het totale bedrag van de accijnzen aan de pomp tot € 247,6158 per 1000 liter.

    Dit bedrag van € 247,6158 per 1000 liter dat vervoerders kunnen terugvorderen werd niet meer gewijzigd tot 31.12.2021.

    Einde 2021 besloot de Federale Regering om een progressieve vermindering van de terugvorderbare bijzondere accijns volgend onderstaand schema:

    • € 226,9716 op 01.01.2022
    • € 205,0665 op 01.01.2023

    2022: de oorlog in Oekraïne

    Ingevolgde de oorlog in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende stijging van de olieprijzen, besloot de regering om op 19 maart 2022 de accijnzen die aan de pomp werden geïnd, te verlagen. Het bedrag van de terugvorderbare accijnzen werd daarom in dezelfde verhouding verlaagd. Het terug te vorderen deel van de accijnzen op diesel daalde van € 226,9716 per 1000 liter naar € 82,3434 per 1000 liter. Deze accijnsverlaging werd als tijdelijk aangekondigd.

    2023: de terugkeer van het cliquetsysteem

    De Programmawet van 21 december 2022 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2022) verduidelijkt de opzet van de Federale Regering.

    Enerzijds is de politieke wil om het terugvorderbare gedeelte van de accijnzen te verminderen opnieuw ingeschreven in de Wet. Het bedrag van de terugvorderbare accijnzen is verminderd tot € 21,9050 per 1000 liter. Op 1 januari 2023 daalde het bedrag van € 82,3434 per 1000 liter tot € 60,4384 per 1000 liter.

    Anderzijds zal op 1 april 2023 het bedrag van de accijnzen opnieuw gezet worden op het initieel voorziene niveau van 2023. Op deze datum zal het terugvorderbare bedrag van de accijnzen stijgen tot € 205,0665 per 1000 liter.

    2024: verdere verlaging van het bedrag van de terugvorderbare accijnzen

    In het kader van een begrotingsconclaaf heeft de Federale Overheid beslist om een nieuwe progressieve vermindering van het terugvorderbare bedrag in te voeren volgens onderstaand schema:

    • € 193,5000 € op 01.01.2024
    • € 192,4000 € op 01.01.2025
    • € 191,3000 € op 01.01.2026

    De Programmawet van 22 december 2023 heeft deze laakbare beslissing geconcretiseerd.

    In de praktijk

    Concreet is het via een mechanisme van terugbetaling van de accijnzen dat deze vrijstelling tot stand is gekomen. Dit mechanisme is uitgewerkt in artikel 429 § 5 van de Programmawet van 27 december 2004.

    De vervoerders zullen dus eerst de stijging van de accijnzen voorfinancieren alvorens op de terugvordering ervan aanspraak te kunnen maken.

    Modaliteiten van de terugbetaling

    Het dient niet te verbazen dat de voorwaarden die opgelegd zijn aan de transporteurs om het “te veel betaalde” terug te kunnen vorderen, redelijk strikt zijn.

    Het is de aankoopdatum van de diesel die het bedrag bepaalt van de toe te passen accijnzen (en bijgevolg ook de hoogte van het terugvorderbare bedrag). Dit vereist een zeer zorgvuldige boekhouding van de voorraden.

    1° Voorafgaande registratie

    Alvorens iets te ondernemen, moeten de transporteurs zich via een speciaal formulier registreren als eindgebruiker. Dit formulier (“aanvraag voor een vergunning energieproducten en elektriciteit”) kan gedownload of afgedrukt worden via het webportaal van de FOD Financiën (https://finances.belgium.be)

    Eens ingevuld, dient het formulier van de registratie door de Belgische transporteurs opgestuurd worden naar de dienst ‘Klantenbeheer en marketing’ van de plaats waar de aanvrager gevestigd is. Bij dit aanvraagformulier dient een kopie van het inschrijvingsbewijs van de betrokken voertuigen gevoegd te worden. Eveneens kan de Fiscale Administratie een kopie van het leasing- of huurcontract van het voertuig vragen.

    Het aanvraagformulier dient verplicht de vermelding ‘eindgebruiker’ te vermelden in de rubriek ‘aard van de activiteit’. Naast ‘productcode’ dient men het cijfer 22 te vermelden alsook het geschatte jaarlijkse verbruik.

    2° Indiening van de terugbetalingsaanvraag

    Eens de registratieprocedure uitgevoerd is, kan een aanvraag tot terugbetaling ingediend worden via een speciaal hiervoor ontwikkelde online applicatie of een aangifte op papier.

    De aanvragen tot terugbetaling kunnen maandelijks ingediend worden bij de Administratie Douane en Accijnzen.

    Niets belet transporteurs echter om enkele maanden te wachten met het indienen van een aanvraag zodat het verbruik van meerdere maanden gecumuleerd kan worden in de aanvraag.

    Ondernemingen beschikken over een periode van maximaal drie jaar voor het indienen van een aanvraag tot terugbetaling van de te veel betaalde accijnzen.

    Men dient echter te letten op de nuance ingevoerd door de Wet van 18 december 2015 die stelt dat: “De terugbetaling slechts wordt toegestaan voor de leveringen van gasolie uitgevoerd na het verkrijgen van de bedoelde registratie”.

    3° Terugbetaling

    In principe zou de terugbetaling binnen de 20 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag moeten plaatsvinden. De ondernemingen die in België gevestigd zijn, zullen, in principe, geen facturen moeten bijvoegen aan hun aanvraag tot terugbetaling, maar zij zullen, bij een eventuele controle op de zetel van de onderneming, alle vereiste bewijsstukken moeten kunnen voorleggen.

    Evenwel is de terugbetalingstermijn van 20 werkdagen niet van toepassing indien de aanvraag het voorwerp uitmaakt van een controle of indien de aanvraag incorrect of onvolledig blijkt te zijn…

    De Administratie van de Douane en Accijnzen zal de terugbetaling altijd rechtstreeks storten op de rekening van de transporteur, ongeacht het feit of zij al dan niet gebruik maked van een instantie die naar behoren gemandateerd is om hen bij te staan bij de administratieve procedure.

    4° Bewijsstukken

    De transporteurs die over een opslaginstallatie en over een verdelingssysteem beschikken, worden verplicht op een stockbeheer bij te houden. Dit stockbeheer dient onder andere bestaan uit: de stand van hun voorraad, een kort overzicht van de gekochte hoeveelheden brandstof en een aanwijzing van de verbruikte hoeveelheden. Wat dit laatste punt betreft, moet het register voor elke levering de datum en het uur, de geleverde hoeveelheid, het kenteken van het voertuig, de kilometerstand en de naam van de chauffeur vermelden.

    De transporteurs die niet beschikken over een opslagcapaciteit, moeten wat hen betreft in staat zijn om de facturen van de tankstations in te dienen. Deze facturen moeten de datum van het tanken, het adres van het station, de soort en hoeveelheid van de getankte brandstof, de totale prijs en het kenteken van de het voertuig vermelden.

    Het is belangrijk op te merken dat er geen sprake zal zijn van terugbetaling wanneer de aankoop van brandstof contant werd geregeld, zelfs wanneer een factuur is opgesteld. Enkel de aankopen die op een banktransactie berusten, komen in aanmerking.

    De terugvorderingsdiensten van UPTR kunnen u bijstaan

    Sinds 2004 beschikt UPTR over zijn eigen dienst, gespecialiseerd in de terugvordering van accijnzen, die zich voor u kan bezighouden met alle noodzakelijke administratieve formaliteiten. Dit vanaf de voorgaande registratie tot aan het indienen van een terugbetalingsaanvraag.

    Voor meer informatie kan u terecht bij de dienst “Terugvordering Accijnzen” te UPTR Brussel per mail (accijnzen@uptr.be) of telefonisch op het nummer 02/420.54.56.