• fr
  • nl
  • Toegang tot het beroep

    Transport de marchandises par route pour compte de tiers.

    Terug naar informatiedossiers

    Goederenvervoer over de weg voor rekening van derden

    Het beroep van wegvervoerder wordt op Europees niveau geregeld door de Verordening 1071/2009 en op Belgisch niveau door de Wet van 15 juli 2013.

    De wet van 15 juli 2013 betreffende goederenvervoer over de weg werd gepubliceerd op 18 februari 2014 in het Belgische Staatsblad. Op 15 juli 2014 werden ook het nieuwe Koninklijk Besluit van 22 mei 2014 en nieuwe Ministerieel Besluit van 23 mei 2014 gepubliceerd in het Belgisch.

    Het toepassingsgebied

    Als algemene stelregel blijft behouden de bepalingen aangaande het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden en tegen vergoeding van toepassing blijven op voertuigen of voertuig combinaties op de openbare weg waarvan het nuttig laadvermogen meer dan 500 kg bedraagt.

    Op het Belgisch grondgebied sluit de wetgeving bepaalde gevallen uit van haar toepassingsgebied (vb. postvervoer, vervoer van waarden, depannage enz.…).

    Toegang tot het beroep

    Elke onderneming die het beroep van vervoerder van goederen over de weg wenst uit te oefenen, of dat beroep uitoefent, moet voldoen aan de 4 wezenlijke voorwaarden, zoals bepaald in de Europese Verordening 1071/2009 en de gestelde voorwaarden betreffende vestiging, betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en financiële draagkracht.

    1. Vaste en daadwerkelijke vestiging

    Om toegang te hebben tot het beroep van wegvervoerder van goederen voor rekening van derden, moet de vervoerder een daadwerkelijke vestiging in België hebben.

    Onder de term “daadwerkelijke vestiging”, volgens de FOD Mobiliteit, zijn volgende voorwaarden te respecteren:

    • De documenten m.b.t. de transporten worden permanent op deze plaats bewaard en de vervoersactiviteiten van de onderneming worden er daadwerkelijk en permanent geleid;
    • De onderneming moet op deze plaats beschikken over de nodige administratieve uitrusting en adequate technische voorzieningen (deze plaats wordt dan beschouwd als bedrijfszetel).
    2. Getuigschrift van vakbekwaamheid

    De vakbekwaamheid wordt aangetoond met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van goederen over de weg.

    In België wordt dit getuigschrift afgegeven door de Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer aan de kandidaten die geslaagd zijn voor het desbetreffende examen van vakbekwaamheid.

    De kandidaten die niet slagen bij hun eerste deelneming aan het examen van vakbekwaamheid en de cursussen niet gevolgd hebben bij de erkende opleidingsinstelling, zijn verplicht deze cursussen te volgen vooraleer zich opnieuw voor het examen in te schrijven.

    Het Instituut Wegtransport en Logistiek België (ITLB) is op heden als enige erkend voor het organiseren van de cursussen. Het examen wordt georganiseerd door de examencommissie benoemd door de Minister voor Mobiliteit en Vervoer.

    Klik hier voor meer informatie over de opleidingen van het ITLB.

    Elke onderneming die het beroep van wegvervoerondernemer uitoefent, moet een “vervoersmanager” aanstellen die over één getuigschrift van vakbekwaamheid beschikt.

    Deze “vervoersmanager” die moet voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid en zijn woonplaats in EU hebben, kan:

    1. a) Ofwel een reële band met de onderneming hebben (bv.: bestuurder, afgevaardigd bestuurder, directeur of werknemer, …) en die de werkelijke en permanente leiding voert over de vervoersactiviteiten van de onderneming.
    2. b) Ofwel aangesteld zijn als lasthebber bij lastgevingsovereenkomst.
      De “lastgevingsovereenkomst” houdt in dat de vervoersmanager namens en voor rekening van de onderneming een minimum aan taken verricht die in de Europese regelgeving opgenomen zijn.

    De “lastgevingsovereenkomst” tussen de onderneming en de vervoersmanager moet de taken omschrijven die die persoon daadwerkelijk en op permanente wijze moet uit te voeren, en moet diens verantwoordelijkheden als vervoersmanager bepalen.

    De te omschrijven taken bestaan met name uit, in die betreffende het beheren van het voertuigonderhoud, de controle van de vervoerscontracten en vervoersdocumenten, de basisboekhouding, de toewijzing van ladingen of diensten aan de bestuurders en voertuigen en de controle van de veiligheidsprocedures.

    In zijn hoedanigheid van vervoersmanager moet de lasthebber de vastgestelde taken alleen in het belang van de onderneming uitvoeren en zijn verantwoordelijkheden onafhankelijk van andere ondernemingen voor welke de onderneming vervoer verricht, uitoefenen.

    UPTR beschikt voor haar leden over een lastgevingsovereenkomst die overeenstemt met de vereisten van de FOD Mobiliteit en Transport.

    De vervoersmanager moet in grote mate zelfstandig optreden. Hij stelt in naam en voor rekening van het bedrijf rechtshandelingen: zijn handtekening verbindt de onderneming!

    Rekening houdend met het belang van de functie van vervoersmanager, zijn externe zelfstandige lasthebbers onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandigen door de RSVZ.

    De lasthebber mag voor niet meer dan vier ondernemingen als vervoersmanager worden aangewezen met een totaal wagenpark van maximaal vijftig voertuigen.

    Elke aanwijzing van een vervoersmanager, alsook elke wijziging in of beëindiging van de status van de aangewezen vervoersmanager, moet worden gemeld aan de minister of zijn gemachtigde door middel van het formulier dat verkrijgbaar is op de website: www.mobilit.belgium.be.

    3. Betrouwbaarheid

    De onderneming voldoet aan de voorwaarde van betrouwbaarheid wanneer noch zijzelf, noch de door haar aangewezen vervoersmanager, noch de personen belast met het dagelijks bestuur van de onderneming in België of in het buitenland geen strafrechtelijke veroordeling (en), een beroepsuitoefeningsverbod of een sanctie wegens ernstige inbreuk(en) op regelgevingen zoals opgesomd in de wet heeft opgelopen.

    Bovenop van een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling gedurende de laatste tien jaar (behoudens het herstel in eer en rechten of behoudens rehabilitatie) en het beroepsuitoefingsverbod, voegt de nieuwe wet nog de notie “sanctie” in.

    Onder de term “sanctie” wordt verstaan: elke betaling van een geldsom die de strafvordering doet vervallen, elke administratieve geldboete, alsook elke gelijkwaardige straf die is opgelegd in het buitenland.

    Vanaf 1 september 2014, komen ook in aanmerking om de betrouwbaarheidsvoorwaarde te valideren, de “sancties” bekomen op de zwaarste inbreuken van volgende regelgevingen:

    a) de rij- en rusttijden van de bestuurders, de arbeidstijd en de installatie of het gebruik van het controleapparaat;
    b) de maximaal toegelaten massa en de maximaal toegelaten afmetingen van de bedrijfsvoertuigen;
    c) de vakbekwaamheid, de opleiding en de nascholing van bestuurders;
    d) de technische staat van de bedrijfsvoertuigen en de technische keuring van motorvoertuigen;
    e) de toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer en tot de markt van het wegvervoer;
    f) de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg;
    g) de installatie en het gebruik van snelheidsbegrenzers;
    h) het rijbewijs;
    i) het vervoer van dieren.

    De betrouwbaarheid wordt in de eerste plaats aangetoond door middel van een uittreksel uit het strafregister minstens drie maanden voorafgaand aan haar voorlegging.

    4. Financiële draagkracht

    De vervoerder moet voldoen aan de voorwaarde op het gebied van financiële draagkracht.

    De vervoeronderneming moet aantonen dat zij een borgtocht heeft gesteld van 9.000 euro voor het eerste motorvoertuig en 5.000 euro voor elk bijkomend motorvoertuig.

    De financiële draagkracht van de onderneming wordt aangetoond met het bewijs van één of van meer bericht van borgstelling (en) bij een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming, een vennootschap van gezamenlijke borgstelling.

    De financiële draagkracht kan eveneens worden aangetoond met een bericht van borgstelling in speciën uitgaande van de Deposito- en Consignatiekas. Indien nodig, kan deze solidaire waarborg van de onderneming in haar geheel dienen om bepaalde schulden, door de wet limitatief opgesomd, te voldoen.

    Transportvergunning

    De nationale of communautaire vergunning wordt door de FOD Mobiliteit verleend aan de onderneming die voldoet aan de vier voorafgaande voorwaarden.

    De vergunningen worden geweigerd of ingetrokken indien de onderneming niet of niet meer voldoet aan deze voorwaarden.

    De nationale vergunning wordt afgegeven in de volgende vorm:

    1° een origineel dat permanent in de Belgische vestiging van de onderneming moet worden bewaard;
    2° een aantal gewaarmerkte afschriften dat overeenstemt met het aantal motorvoertuigen waarover de onderneming beschikt met inachtneming van de limieten van haar financiële draagkracht, een afschrift moet zich aan boord van elk motorvoertuig bevinden. Een origineel en voor eensluidend gewaarmerkt(e) afschrift(en) dat (die) blijvend in het (de) voertuig(en) bewaard wordt (worden)voor dezelfde duur als het origineel. De kentekenplaat wordt niet meer vermeld van het (de) voertuig(en) dat (die) gebruikt wordt (worden).

    De nationale en de communautaire vergunningen zijn geldig voor een hernieuwbare periode van vijf jaar vanaf de afgiftedatum.
    De vervaldag van de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van de in het eerste lid bedoelde vergunningen mag de vervaldatum van het origineel echter niet overschrijden.

    De wetgeving voorziet van de verplichting tot betaling van een retributie van 20 € per gecertificeerde ‘kopie’ op het rekeningnummer van het ITLB, te betalen binnen een termijn van 30 dagen na de uitgifte van het desbetreffende verzoek tot betaling.

    In de praktijk

    UPTR kan u helpen een volledig dossier in te dienen bij de FOD Mobiliteit en Vervoer. Aarzel niet om ons te contacteren: