In het verleden nog een Federale bevoegdheid, is de jaarlijkse verkeersbelasting (niet te verwarren met de kilometerheffing…) op heden een regionale bevoegdheid.
Transportondernemingen die gelegen zijn in Vlaanderen en Brussel, dienen voor al hun nieuwe voertuigen met een MTM van meer dan 12 ton spontaan en voorafgaand aan de inverkeerstelling op de openbare weg van het nieuw ingeschreven voertuig, aangeven.
In Wallonië dient deze aangifte te gebeuren voor nieuwe voertuigen met een MTM van meer dan 3,5 ton.
Wegens een gebrek aan connectiviteit worden de gegevens van de voertuigen bij inschrijving bij de (Federale) DIV niet automatisch overgemaakt aan de Gewesten…
Indien men deze aangifte vergeet, hangt de transportonderneming een boete boven het hoofd die overeenkomt met het dubbele van de verkeersbelasting (en dit bijkomend aan de verkeersbelasting die eveneens verschuldigd blijft…).
De afschaffing van deze ouderwetse belasting – die boven op de kilometerheffing verschuldigd is – blijft alvast ook opgenomen in de eisenbundel van UPTR.
Deze, eventuele, afschaffing hangt af van de huidige herziening van de Europese Richtlijn 1999/62/EGvan 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen.