• fr
  • nl
  • Detachering in de sector van het Transport

    Zoals de meesten al weten is het ‘Mobility Package’ een verzameling van verschillende Europese Verordeningen en een Europese Richtlijn dat vier jaar in maak is geweest. Zij wijzigen op een ingrijpende manier enkele essentiële regels die van toepassing zijn in het (internationaal) transport. Niet elke wijziging wordt echter op hetzelfde ogenblik ingevoerd.

    Zo traden de meeste wijzigingen aan de rij- en rusttijden en het gebruik van de tachograaf in werking in augustus 2020.

    Om vervoerders op de hoogte te stellen van de nieuwe regels, stelde UPTR een gedetailleerde en uitgebreide informatiebrochure op die een overzicht gaf van de geldende regels, rekening houdend met de wijzigingen, die van toepassing zijn op de rij- en rusttijden. Een digitale versie van deze brochure is hier beschikbaar.

    Zij is eveneens te vinden op onze website www.uptr.be via de rubriek informatie à rij- en rusttijden.

    Op 2 februari trad het luik ‘detachering’ van het Mobility Package in werking.

    Sindsdien zijn regels specifiek gericht op de sector van het transport voor rekening van derden in werking getreden. Zij vormen een aanvulling op de algemene regels van de Richtlijn 96/71 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten.

    Onder gedetacheerde werknemer wordt algemeen verstaan: “iedere werknemer die gedurende een bepaalde periode werkt op het grondgebied van een Lidstaat die niet de Staat is waar die werknemer gewoonlijk werkt”.

    De Richtlijn 2020/1057 voegt “specifieke” regels in voor bepaalde aspecten van de Richtlijn 96/71 betreffende de detachering van bestuurders uit de wegvervoersector. Zij zijn een “Lex Specialis”.

    Internationaal wegvervoer en cabotage worden expliciet opgenomen in de nieuwe detacheringsregels van Richtlijn 2020/1057.

    Zij sluit evenwel transit en bilateraal vervoer uit van het toepassingsgebied.

    Onder bilaterale vervoersactiviteit met betrekking tot goederen wordt verstaan: het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst, van de lidstaat van vestiging, naar een andere lidstaat of naar een derde land, of van een andere lidstaat of een derde land naar de lidstaat van vestiging.

    De Richtlijn voorziet dat de lidstaten ook de vrijstelling voor bilaterale vervoersactiviteit met betrekking tot goederen toepassen wanneer de bestuurder die een bilaterale vervoersactiviteit verricht, daarnaast één laad- en/of losactiviteit verricht in de lidstaten of derde landen die de bestuurder doorkruist, mits de bestuurder goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat. Indien een in de lidstaat van vestiging aangevangen bilaterale vervoersactiviteit waarbij geen extra activiteit werd verricht, wordt gevolgd door een bilaterale vervoersactiviteit naar de lidstaat van vestiging, geldt de vrijstelling inzake extra activiteiten voor ten hoogste twee extra laad- en/of losactiviteiten.

    De Richtlijn verduidelijkt nog dat een bestuurder niet geacht wordt gedetacheerd te zijn wanneer hij het begin- of eindtraject doet van gecombineerd vervoer, indien het wegtraject op zich bestaat uit bilaterale vervoersactiviteiten.

    Vanaf 2 februari 2022 zullen de detacheringsregels enkel van toepassing zijn op de onderstaande transporten:

    • Cabotage
      Vb.: een transport Lille à Bordeaux uitgevoerd door een Belgische ondernemer.
    • Internationaal transport
      Vb.: een transport Rotterdam à Marseille uitgevoerd door een Belgische ondernemer.

    Er is GEEN sprake van detachering in onderstaande gevallen:

    • Transit

    Vb.: zonder er te leveren, door Luxemburg rijden voor een transport van Zeebrugge naar Straatsburg

    • Bilateraal transport
      Deze nieuwe definitie heeft betrekking op transporten van of naar het land van vestiging van de transporteur.

    Vb.: een transport Antwerpen – Parijs uitgevoerd door een Belgische ondernemer. 

    Vrijdag 21 januari 2022 werd het nieuwe informatiesysteem “IMI” online gezet.

    Via het webadres https://www.postingdeclaration.eu zal men de gegevens van gedetacheerde werknemers kunnen ingeven.

    Er zal gebruik gemaakt worden van 1 eenvoudig model voor al uw in aangiftes in de verschillende betrokken landen.

    Belangrijk is dat het niet meer nodig zal zijn om een lokale vertegenwoordiger aan te duiden door de nieuwe procedure.

    Om toegang te krijgen tot het ‘IMI’ platform dient men onderstaande stappen moeten doorlopen.

    Aanmaak van een ‘company account’: beheer van gebruikers, chauffeurs, voertuigen, detacheringsaangiftes en antwoorden op vragen van de nationale autoriteiten.

    – Het opstellen van een detacheringsverklaring per chauffeur en per lidstaat waarnaar gedetacheerd wordt, ten laatste op het ogenblik dat de detachering zal plaatsvinden en voor een maximumduur van 6 maanden.

    Een kopie van de verklaring dient (in papieren of digitale) vorm aan boord van het voertuig te zijn voor eventuele controles langs de weg.

    Door middel van een QR-code op de verklaring kunnen de controleurs de correctheid van de aangifte nagaan.

    Opgelet: Het A1-document (afgeleverd door de RSZ voor werknemers en de RSVZ voor zelfstandigen) blijft eveneens vereist!

    Aangifte detachering

    Omdat Europa administratieve bepalingen en controlemaatregelen wil harmoniseren zullen Lidstaten vanaf 2 februari 2020 geen aanvullende verplichtingen mogen opleggen bovenop het model dat via het Informatiesysteem voor de Interne Markt beschikbaar gesteld zal worden.

    Voor iedere gedetacheerde weknemer dient de vervoersonderneming een detacheringsverklaring in te dienen bij de nationale bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de bestuurder is gedetacheerd met behulp van een meertalig standaardformulier van de openbare interface die verbonden is met het ingestelde Informatiesysteem interne markt (“IMI”).

    Die detacheringsverklaring bestaat uit de volgende informatie:

    1. De identiteit van de vervoerder, ten minste in de vorm van het nummer van de communautaire vergunning
    2. De contactgegevens van een vervoersmanager of een andere contactpersoon in de lidstaat van vestiging die optreedt als tussenpersoon met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst waarin de diensten worden verleend en met wie documenten of berichten worden uitgewisseld
    3. De identiteit, het adres van de verblijfplaats en het nummer van het rijbewijs, van de bestuurder
    4. De aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst van de bestuurder en het daarop toepasselijke recht
    5. De geplande begin- en einddatum van de detachering
    6. De kentekenplaten van de motorvoertuigen
    7. Of de verrichte vervoersdiensten internationaal goederenvervoer zijn, of cabotage

          Wegcontrole

    Vervoersondernemingen moeten ervoor zorgen dat een chauffeur beschikt over onderstaande documenten (op papier of digitaal):

    1. Een kopie van de detacheringsverklaring, ingediend via IMI
    2. Bewijs dat het vervoer plaatsvindt in de lidstaat van ontvangst (zoals een papieren of elektronische vrachtbrief (e-CMR) of andere documenten van nationaal transport voor cabotage)
    3. De tachograafgegevens, en met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage

    De chauffeur is verplicht om deze documenten te bewaren en op het eerste verzoek te tonen bij een wegcontrole.

            Controles nadien

    Ten laatste acht werken na een eventueel verzoek, moet de vervoersonderneming via de openbare met IMI verbonden interface, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de detachering heeft plaatsgevonden, kopieën van de documenten bedoeld in bovenstaande punten ii) en iii) verstrekken, alsmede documentatie in verband met de beloning van de bestuurder met betrekking tot de detacheringsperiode en de arbeidsovereenkomst, tijdschema’s betreffende het werk van de bestuurder en betalingsbewijzen.